|
||||||||
|
Het kwam eigenlijk niet (meer) bij hem op een plaat te maken, omdat hij er van overtuigd was dat de LP en de CD afgedaan hadden, maar toen was er dat weerzien met Cyril Dohar, de producer van Wasis’ jongste (sic) platen en die kon Diop overtuigen om zich opnieuw aan het schrijven te zetten. Na heel wat aarzeling, begon die er aan, maar wel op zijn eigen voorwaarden: hij wilde niet stomweg herhalen wat hij in het verleden al gedaan had en dus kwam hij uit bij een volledig Franstalige plaat. Hij wilde ervaren wat het is, liedjes te schrijven in een andere taal dan je moedertaal, te ervaren welke emoties dat oproept, welke methodieken je nodig hebt om de muziek, die elke taal eigen is, te vertalen naar heuse liedjes. Ergens in een interview omschrijft Diop die stap zelf als de “overgang van het zand naar het asfalt”: waar zijn vorige platen een zanger lieten horen met een hoge, eerder scherpe stem, hoor je hier een heel lage, donkerbruine stem, die eerder vertelt en reciteert dan dat ze zingt en die op die manier een sfeer schept, waarin je je als luisteraar meteen rustig en goed voelt. De poëzie die van de teksten afdruipt, vereist een beetje doorgedreven kennis van het Frans, zodat je de dubbele bodems kunt vatten, die erin aan bod komen. Zo gaat de titelsong zowel over de klimaatopwarming, de vluchtelingenstromen van Zuid naar Noord, als over het Senegalese bier, dat “Gazelle” heet. Waar “Amé Ly Pandémie” over handelt, kan je je zelf wel voorstellen, al gebruikt Diop voor de werking vn het virus het beeld van een galopperend paard, dat op zijn tocht alles en iedereen neer maait met zijn zware hoefslagen. Ingepakt in ragfijne percussie, die zowat de hele plaat lang tegen ongeveer 120 slagen per minuut aangehouden wordt -da’s min of meer de gemiddelde hartslag van de mens- verbaast Diop zich over het narcistische gedrag van Westerse intellectuelen, die aan Afrikanen dingen willen opleggen, die ze zelf absoluut niet als problematisch zien - denk aan het N-woord of de futiele Zwarte Piet-discussie bij ons. Diop vat het samen als “zodra je intellectueel wordt, verlies je je Afrikaansheid . Je hebt niet langer oog voor schoonheid en je zet je hart niet meer open voor Het Leven”. Beetje op de rand van de filosofie, dus, maar at is niet abnormaal bij iemand van de leeftijd van Wasis Diop: je hebt dan al genoeg geleefd om te kunnen omkijken en je eigen positie te kunnen bepalen. Dat doet Diop op deze plaat een dikke drie kwartier lang en, al moet je ze meerdere keren beluisteren, vooraleer je alles door hebt, wat in de plaat verstopt zit, deze plaat maakt het jarenlange wachten meer dan de moeite waard! (Dani Heyvaert)
|